Zwemmen of verzuipen?

“Waar doe ik goed aan? Strijd blijven voeren over huiswerk, m’n kind continu achter de broek aan zitten en telkens vragen of het toch niet eens iets moet gaan doen? Of is het misschien beter om het los te laten? Het is uiteindelijk niet mijn diploma: ik hoef het niet nog een keer te halen. Ze moeten het toch zelf gaan doen!”

Dit is een dilemma waar veel ouders mee worstelen. Sommigen zeggen dat jongeren eerst hun neus moeten stoten, en dat het kwartje dan vanzelf valt, Dat ze gewoon nog wat moeten rijpen en er langs een andere weg ook wel komen. En dat zal in veel gevallen ook best zo zijn.

Maar er zijn leerlingen die je geen recht doet door ze alleen maar los te laten. Vergelijk het eens met leren zwemmen. Een kleuter die nog niet kan zwemmen, gooi je niet zomaar in het diepe. Je zegt niet: “Als hij erachter komt dat het zo niet werkt, gaat-ie vanzelf wel zwemmen.” Nee, je doet je kleuter op zwemles.

In kleine stapjes leert hij zwemmen. De zwemjuf of zwemmeester legt alles precies uit: wat je moet doen om te blijven drijven, en wat je moet doen om vooruit te komen. Hoe je sneller gaat en hoe je moet duiken. Eerst met drijfmiddelen en later zonder. Steeds een stukje dieper, moeilijker en zelfstandiger.

Een kind dat niet kan zwemmen doe je eerst op zwemles. En pas als het kan zwemmen zeg je: toe maar, ga maar lekker je gang.

Zo werkt het ook met leren. Als je de basisschool nu eens vergelijkt met een zwembad. Je leert er stap voor stap de vaardigheden om zelfstandig te kunnen leren en werken. Zo gaat het tenminste bij de meeste kinderen op de basisschool. Maar voor sommige leerlingen is het te vergelijken met het pierenbadje. Ze zien anderen ploeteren en vragen zich af wat er nou zo moeilijk aan is.

Als je de hele tijd kunt staan en niet hóéft te zwemmen, dan leer je de zwemtechnieken niet. Je kunt immers gewoon lopen in het water! Waarom zou je dan gaan zwemmen? De juf of meester legt de technieken wel uit, maar je luistert niet, je hebt ze immers niet nodig. En je oefent ze ook niet. Het water is simpelweg niet diep genoeg.

Wat gebeurt er dan als je deze leerling in het diepe gooit, iets wat meestal op het voortgezet onderwijs gebeurt? Die verzuipt in het schoolwerk. Hij probeert te watertrappelen, maar houdt het hoofd nauwelijks boven water.

De leerling denkt: “Ik ga helemaal niet meer het bad in, want het lukt me toch niet!” Of hij wil terug naar een ondieper badje omdat hij denkt dat hij daar in ieder geval kan staan. En de leraar denkt misschien wel: “Je zit nu al zolang op les, nu moet je het toch wel zelf kunnen! Ik ga echt niet meer uitleggen hoe je moet blijven drijven!”

Hoe wreed is het om dan te blijven aanmodderen! Hoe langer je wacht, hoe meer hij of zij er wellicht van overtuigd raakt dat het toch niet gaat lukken en hoe lastiger het is om weer boven water te komen.

> In mijn blog Watervalfenomeen lees je hier meer over.

Het is niet eerlijk om te verwachten ‘dat het kunnen leren vanzelf wel komt’. Ik vind dat je dan leer-les moet geven. Zodat deze leerlingen inderdaad leren hoe ze zonder hulp zelfstandig kunnen leren.

Laat je je kind los met leren of zorg je eerst dat het de leervaardigheden beheerst? Leer je het zwemmen of laat je het verzuipen?

In stapjes de leertechnieken aanleren.
Uitleggen dat oefenen erbij hoort en dat ze dat nog te weinig hebben gedaan.
Eerst met hulpmiddelen en begeleiding en telkens wat zelfstandiger.
Tot ze kunnen leren. En dat je dan pas zegt: toe maar, ga nu maar lekker je gang.

Scroll naar boven