fbpx

Your rainforest mind – A guide to the well-being of gifted adults and youth

In onderstaand artikel heb ik de inhoud van het boek Your rainforest mind kort weergegeven. Het geeft wat mij betreft goed weer waar hoogbegaafden mee kunnen dealen. Paula Prober is een Amerikaanse psychotherapeut met meer dan 30 jaar ervaring in het behandelen van hoogbegaafde (jong)volwassenen.

Ze werkt veel met wat zij noemt ‘Rainforest Minds’ (RFM’s). RFM’s zijn heel intelligente, creatieve, snel denkende, gevoelige breinen. Haar ervaringen met deze groep mensen en de problemen waar de RFM’s mee kampen heeft ze beschreven in dit boek. Daarnaast geeft ze veel tips hoe je als RFM deze problemen kunt verminderen of ermee om kunt gaan.

Wat is een RFM?

Als je naar mensen zou kijken alsof het ecosystemen zijn dan heb je bijvoorbeeld weiden, woestijnen, bergen maar ook regenwouden. Deze regenwouden zijn meerlagig, gevoelig, kleurrijk, intens, creatief, fragiel, overweldigend, onbegrepen, vol mogelijkheden en kloppend van leven, dood en transformatie.

Een regenwoud is niet beter dan een ander ecosysteem, maar gecompliceerder. Er is meer activiteit dan bijvoorbeeld in een graanveld.

Het gaat hierbij dan niet alleen om cognitie, maar ook om hart, ziel, lichaam en geest.

RFM’s zien zichzelf vaak niet als begaafd. Ze zijn geen Einsteins of Nobelprijswinnaars. Ze voelen zich ook vaak niet zo. Maar Paula ziet begaafdheid als een pakket eigenschappen waaronder gevoeligheid, inlevingsvermogen en perfectionisme. Het betekent niet automatisch masterdiploma’s of hoge prestaties. 

Waar lopen RFM’s dan tegenaan? In acht hoofdstukken beschrijft Paula de voorkomende problemen. Aan het eind van de eerste zeven hoofdstukken staan tips hoe je kunt omgaan met het genoemde probleem.

  1. Té veel; intensiteit, gevoeligheid, inlevingsvermogen

RFM’s beleven alles intens. Emoties, prikkels van buitenaf, gedachten. Je hoofd kan zó vol zitten. Niet kunnen slapen, overprikkeld zijn, gevoelens van anderen overnemen, overweldigd raken door wat je ziet, hoort, voelt, angst en paniek. Hoge bergen, diepe dalen, zeg maar. Het kan zelfs overgevoeligheid of allergieën voor bepaalde voedingsmiddelen betekenen. Paula haalt hierbij de overprikkelbaarheden van Dabrowski aan evenals zijn Theorie van Positieve Desintegratie (kort door de bocht: persoonlijke groei door innerlijke conflicten). Aan het eind van dit hoofdstuk volgt een lijst met praktische tips om te leren leven met je eigen intensiteit en gevoeligheid.

  1. Als je zo slim bent, waarom red je de wereld dan niet?

RFM’s voelen zich diep verbonden met de mensen en het lijden in de wereld. Ze hebben het idee dat ze anderen moeten helpen en voelen zich schuldig als ze dat niet doen. Anderen vinden hen te idealistisch, te bezorgd.  Ze kunnen deze connectie niet alleen hebben met mensen, maar ook met dieren, bomen, planten. Ze vinden dat hun leven betekenisvol moet zijn en dat dat vooral betekent het lijden van de wereld verlichten. Ook hier weer een lijst met adviezen om om te gaan met schuldgevoelens, realistische ideeën te ontwikkelen en praktisch je talenten in te zetten.

  1. Perfectionisme, zorgvuldigheid, uitstelgedrag

Paula onderscheidt twee vormen van perfectionisme. Het eerste is extrinsiek perfectionisme. Een van buitenaf aangeleerd perfectionisme, ontstaan in de kindertijd. Je hebt de overtuiging ontwikkeld dat als je alles maar goed doet, dat je ouders dan van je houden. Je legt jezelf dus de lat op om alles goed te doen, zelfs het kleinste foutje is een mislukking, een bedreiging voor je persoonlijkheid. Dit kan ertoe leiden dat je geen nieuwe dingen meer wilt proberen, omdat de kans groter is dat dat fout gaat. Of je doet alleen dingen die je gemakkelijk kunt.

Dit extrinsieke perfectionisme leidt vaak tot uitstelgedrag door de druk om perfect te zijn. Als je maar weinig tijd hebt om eraan te besteden, heb je een goed excuus dat het niet perfect is. Als je het niet goed hebt geleerd heb je dat excuus ook. Uitstelgedrag wordt nog meer aangemoedigd wanneer je als kind te gemakkelijk werk te doen krijgt. Als je het in één avondje af krijgt en je krijgt ook nog een goed cijfer, waarom zou je dan eerder beginnen? Of ze vinden herhaling zo vervelend dat ze de uitdaging groter maken door er wat druk aan toe te voegen en pas laat te beginnen.

Ook de overtuiging ‘Ik mag niet middelmatig zijn’ kan flink in de weg zitten. Een overtuiging die vaak is ontstaan doordat ouders, leraren, hulpverleners zo onder de indruk zijn van je capaciteiten. Deze verwachtingen van anderen (die de RFM voelt) kunnen leiden tot succes-angst (als ik iets presteer verwachten ze dat de volgende keer ook) of tot de gedachte dat leren gemakkelijk is.

Als dit uitstelgedrag eenmaal een gewoonte is geworden, is het heel moeilijk om dit gedrag te veranderen.

Daarnaast is er nog het intrinsieke perfectionisme. Dit is gezond positief perfectionisme. Je wilt dingen graag mooi en goed en perfect maken en doen. Je streeft naar een optimaal resultaat. Volgens Paula moet je dit koesteren en gebruiken, want dat is wat jij graag wil.

De adviezen bij dit hoofdstuk zijn vooral gericht op het ontwikkelen van een groei-mindset, omgaan met je eigen kritische stemmetjes en het veranderen van uitstelgedrag.

  1. Te veel mogelijkheden, te veel keuzes.

RFM’s vinden alles leuk, alles interessant en zijn ook in heel veel dingen goed. Het zijn vaak Multi potentiëlen. Dat maakt het zo moeilijk om te kiezen. Het kan bij henzelf leiden tot frustratie, ze zijn snel ergens op uitgekeken, als ze bijvoorbeeld het gevoel hebben dat ze uitgeleerd zijn. Dit leidt tot jobhoppen of tot het switchen van de ene naar de andere studie. Soms leidt het ook tot besluiteloosheid: als je zoveel interessant vindt, wat moet je dan kiezen?

  1. Eenzaamheid

Eenzaamheid is misschien wel de grootste uitdaging voor RFM’s. Als kind heb je wellicht geen aansluiting met je leeftijdsgenoten. Ze hebben andere interesses, begrijpen je niet, zijn op sommige gebieden wellicht veel minder ver dan jij. Regelmatig worden deze kinderen als sociaal onhandig bestempeld, terwijl ze eigenlijk prima kunnen communiceren, maar niet met hun leeftijdgenootjes. De asynchrone ontwikkeling van kinderen kan in de weg zitten. Je kunt misschien hele ideeën in je hoofd hebben, die je niet kunt uitvoeren. Je kunt cognitief functioneren op het leeftijdsniveau van een 16-jarige, maar emotioneel op het niveau van een 9-jarige.

Als volwassene kun je in je werk gefrustreerd raken door het tempo van je collega’s. Jij ziet wellicht de oplossing al lang terwijl het kwartje bij je collega’s pas uren later valt. Anderen volgen je niet in je creatieve ideeën. Of je eigen moreel en idealisme kunnen flink afwijken van de anderen. Soms gaan mensen er met jouw ideeën vandoor.

In vriendschappen kun je teleurgesteld raken. Mensen kunnen denken dat je het allemaal wel redt, terwijl je misschien wel steun nodig hebt. En ook hier kunnen jouw verwachtingen anders zijn dan die van de ander. Vriendschappen tussen RFM’s zijn waardevol.

Ook liefdesrelaties kunnen een uitdaging zijn. Waar vind je iemand die van jouw excentrieke eigenaardige passievolle zelf kan houden en dan ook nog het hele leven met jou wil delen? Iemand die net zo intens, gevoelig en nadenkend is als jij, gaat dat werken? Of vliegt dat alle kanten op? Of gaat de diepte van het regenwoud samen met een rotsige berg? Lastig!

  1. Schoolproblemen

Er wordt aangenomen dat de slimste kinderen degenen zijn die goede cijfers halen, hun huiswerk doen, de regels volgen en presteren. Niet beslist. Er zijn veel RFM’s die afhaken. Een van de problemen is dat alles vaak veel te langzaam gaat. Hoogbegaafde kinderen zijn heel veel aan het wachten. Op de leraar, tot hij klaar is met zijn uitleg die jij al lang begrijpt, op de klasgenoten, tot zij hun werk afhebben, op het moment dat je iets nieuws hoort. RFM’s willen heel graag nieuwe dingen leren. Soms kunnen ze al lezen voor ze naar school gaan of weten ze al alles van bijvoorbeeld dinosaurussen. Maar op school gaan ze een heleboel stappen terug en past het niveau niet bij hun talenten en interesses. Ze haken af. Ze kunnen zichzelf de schuld gaan geven van het niet passen in de school. Maar eigenlijk is het de school die het onderwijs niet passend kan geven. Leraren begrijpen het kind niet en wat het nodig heeft.

Andere RFM’s maken wel hun huiswerk, letten goed op en scoren hoog op toetsen. Maar dat maakt hun tot het lievelingetje van de leraar of de nerd van de klas, afgewezen door andere kinderen.

Een probleem is dat er geen tijd is voor het opgaan in iets wat de RFM wel hevig interesseert. Hij moet dan weer mee in het programma van de klas, terwijl hij misschien wel uren bezig zou kunnen zijn met het uitdiepen van interessante materie.

RFM’s lopen hierdoor een groot risico drop-out te worden en een heel negatief beeld van zichzelf te ontwikkelen.

  1. Echtheid, creativiteit, spiritualiteit.

RFM’s willen graag een eerlijk, echt en betekenisvol leven leiden. Ze nemen hun eigen daden onder de loep omdat ze hun waarheid willen spreken en leven. Ze vinden het heel belangrijk om authentiek te zijn! Maar ze moeten zich vaak aanpassen aan hun omgeving en dat brengt hen in conflict met zichzelf. Anderen kunnen zich overweldigd voelen door hun enthousiasme of passie. Het voelt dan voor de RFM alsof hij niet meer zichzelf kan zijn.

Hun creativiteit kan hen helpen om authentiek te zijn. Door te schrijven, schilderen, bouwen of wat dan ook kunnen ze hun authenticiteit tot uiting brengen.

Ook spiritualiteit kan helpen om je ware ik te ontdekken. Met de kanttekening dat het voor RFM’s lastig kan zijn om een religie of spirituele weg te vinden die aan hun behoefte voldoet.

  1. Stop de kap van het regenwoud!

Hoogbegaafden worden gezien als afwijkend in Amerika. Ze worden sukkel, nerd of braniac genoemd. Ze worden bespot en staan alleen. RFM’s kampen vaak met eenzaamheid, gepest worden, hoog gevoeligheid en wanhoop. Ze vragen zich af of begaafdheid wel een gave is. Paula schreef dit boek om alle RFM’s een hart onder de riem te steken. Geef niet op. De aarde kan het zich niet veroorloven om nog een regenwoud te verliezen. Ze beëindigt het hoofdstuk met de vraag: Zullen we nu de kaalslag stoppen?

Aan het eind van het boek wordt per hoofdstuk een waslijst aan aanbevolen bronnen gegeven voor als je je verder wilt verdiepen.

Mijn mening

Ik herken veel van wat Paula schrijft. Zowel persoonlijk als bij jongeren in de praktijk. Thema’s als eenzaamheid, echtheid, keuzes maken, uitstelgedrag, perfectionisme, het schoolsysteem, prikkelgevoeligheid, volle hoofden en angst komen heel vaak aan de orde. En nog te vaak bestaat er een ander beeld van hoogbegaafden: de succesvolle, goed presterende, ijverige scholier. Waardoor er teveel Rainforest Minds teniet worden gedaan. Die in plaats van groeien en bloeien verstikt worden of afsterven. En elke kleine of grote bijdrage die dat kan voorkomen juich ik toe!

Chat openen
1
Hoi! Kan ik je helpen?